Strengere eisen EPBD 2024 brengen meer werk

Remko Mak
Remko Mak
25 juni 2024
5 min lezen
Zero emission buildings

De Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) is begin 2024 verscherpt.

Dat betreft vooral de energieprestatie van gebouwen. Maar er komt ook een integrale CO₂-berekening.

De Europese verordening EPBD dient als uitgangspunt voor de Nederlandse wetgeving op het gebied van energie, waaronder de BENG, de energielabels en de Zero Emission Building (ZEB). De inrichting van de wetgeving voor Nederland staat de komende periode op de agenda. Normcommissies voeren daartoe gesprekken met de overheid, DGBC, Techniek Nederland en marktpartijen waaronder installatie-en bouwbedrijven.

EPBD IV 2024

De vierde editie van de EPBD is een belangrijke stap richting een CO2-neutrale gebouwde omgeving. Europa streeft hiermee naar een emissievrije gebouwvoorraad in 2050.

Dat levert drie grote voordelen op: een betere levenskwaliteit, lagere energierekeningen en een energieonafhankelijk Europa.

De EPBD beleidslijn zal de meeste impact hebben op de energieprestatie van
gebouwen. In Nederland is sinds 1 januari 2023 een energielabel C of beter verplicht voor kantoren. Voor alle andere utiliteitsgebouwen gebouwen gaat een minimum label gelden, die over de jaren strenger zal worden dan label C. Door deze richtlijn wordt het verplicht om voor gebouwen met een slecht energielabel energie maatregelen te treffen.

De integrale CO₂-berekening komt er aan

Waar de installatiebranche ook mee te maken krijgt, is dat er een integrale CO₂-berekening moet worden gemaakt, de Whole Life Carbon berekening. Want natuurlijk moeten installaties efficiënter worden en gebouwen minder energie verbruiken, maar bij het vervaardigen van installaties en installatie-onderdelen komt ook CO₂ vrij. Als je dat mee berekent, ontstaat er een eerlijker beeld van de footprint en van de terugverdientijd.

Energielabels zijn besturingsinstrument van de overheid maar zijn erg theoretisch en representeren niet de werkelijke energieprestaties en verbruiken.  Daar zit vaak een groot verschil tussen. Van veel vastgoed
is bovendien geen label vastgesteld, maar het energieverbruik van een gebouw is altijd wel te achterhalen. Daarop kun je dus gemakkelijker een benchmark instellen.

Regels die gaan gelden voor bestaande bouw

Het plan voor de bestaande bouw ziet er in de basis als volgt uit:

  • Voor utiliteitsgebouwen wordenstapsgewijs de slechtst presterende gebouwen uitgefaseerd, net als nu al geldtvoor kantoren. Per gebouwtype zijn verschillen mogelijk. De labelgrenzen worden nog bepaald.
  • Voor woningen komen er geen minimale energielabel-eisen maar geldt een te behalen reductie van 16% primaire energie over de hele woningvoorraad in 2030 en 20 à 22% in 2035 ten opzichte van het energiegebruik van 2020. Van deze reductie moet 55% worden gerealiseerd door het verbeteren van de woningen met de slechtste energieprestatie. Hier zal waarschijnlijk een relatie gelegd worden met de energielabels.
  • Bij renovatie moet het gebouw als ZEB (Zero Emission Building) gebouwd worden, en mag er geen gasketel meer aanwezig zijn.
  • Als het technisch, functioneel en economisch haalbaar is, zijn zonnepanelen verplicht voor verschillende gebouwen van verschillende afmetingen.
  • Vanaf 2025 is het stimuleren van gasketels met subsidies en dergelijke niet meer toegestaan.
  • Er komen meer oplaadpunten voor elektrische auto’s en extra eisen aan de installatie van de infrastructuur voor toekomstige uitbreiding. Ook parkeerplaatsen met oplaadpunten worden een verplichting.

Regels die gaan gelden voor nieuwbouw:

Voor nieuwbouw gaan volgens de EPBD IV andere regels gelden.

  • Vanaf 2030 moeten alle nieuwe gebouwen ZEB zijn: Zero Emission Building. Dat betekent een einde aan de uitstoot van fossiele brandstoffen, de energievraag beperken, en in de benodigde energie voorzien met hernieuwbare energiebronnen.
  • Nieuwe gebouwen in eigendom van publieke organisaties moeten vanaf 2028 ZEB zijn. Voor nieuwe gebouwen die worden gehuurd moet de overheid naar minimaal ZEB streven.
  • Vanaf 2028 moet voor overheidsgebouwen en voor gebouwen groter dan 1.000 m2 worden berekend wat de impact op het klimaat is gedurende de gehele levenscyclus van het gebouw, in overeenstemming met het Level(s) framework. Vanaf 2030 geldt die verplichting voor alle gebouwen.
  • De GWP grenswaarden van nieuwbouw moeten vanaf 2030 worden gepubliceerd. Die waarden moeten afnemen.
  • Bij nieuwe gebouwen moet aandacht zijn voor: een gezond binnenklimaat, adaptatie aan klimaatverandering, brandveiligheid, aardbevingsrisico’s en de toegankelijkheid voor mindervalide personen.
  • Alle nieuwe publieke en utiliteitsgebouwen groter dan 250 vierkante meter moeten worden voorzien van een optimale PV-installatie. Voor woningen geldt dit mogelijk voor 2028 of 2029.

EP adviseurs en installateurs aan het werk

De nieuwe richtlijn betekent veel werk voor installateurs. De ambitie voor
zonnepanelen is echt enorm. De uitdaging is om niet te wachten tot de
richtlijn op detail is uitgewerkt, maar aanscherping van de EPBD leidt tot nog strengere eisen energieprestatie. Wie zich aan de Paris Proof normen houdtloopt in de pas met de EPBD IV. Niet wachten met verduurzamen, maar mooie gebouwen realiseren met duurzame installaties. En dan het label laten aanpassen door de EP-adviseur.